‘We zullen stErk moeten zijn,’ zei ze. ‘We zullen moeten wErken. En stevig met onze voeten op de grond blijven staan. Doorbijten en de moEd niet verliezen.’
‘Maar we zUllen,’ zei ze. ‘We zUllen het doen, we zullen dit kUnnen en dit tot een goed einde brengen,’ zei ze.
‘Alleen al voor de Liefde,’ zei ze. ‘De Liefde voor Elkaar, ja. Maar ook vanwege de Liefde voor het lEven. Voor het blauwe van de lucht, de adem. Voor het groene van het gras en van de bomen en planten. Voor de vogels, de dieren, de mensen. Die Liefde, Al die Liefde,’ zei ze.
‘Wij dOEn dit,’ zei ze.
Ze bleef aan het raam staan.
Ze zullen rotsen, raketten en bruggen bouwen. Ze zullen stappen, lopen, vliegen (tot ver voorbij Mars, en het zal een geslaagde vlucht zijn).
De rotsen die ze bouwen zullen ze op hun schouders kunnen dragen. Ze zijn sterk, immers. Sterk en lief, zoals in liefde, zoals in graag zien, het immense graag zien dat doordringt tot in het mooiste blauwe van de lucht, tot aan het bijzondere blauwe van de krachtige kustlijnen in Normandië – bij het goede licht – en tot diep in het nachtblauwe van van Gogh.
Ze zullen hun paden volgen en links, rechts, rechtdoor kiezen, maar het pad, hun pad, zal altijd het goede zijn. Met hier en daar een eik, een berk, een linde, een esdoorn. Met zwaluwen en roodborstjes. Met de eenvoudige kleuren van de viooltjes. En met de dandelions.
(Ook met dank aan Elbow)
Hier nog iemand die van Elbow houdt…
Ja, ‘mijn plaat’ blijft de laatste weken hangen bij Elbow…. Dank je Ingrid.