De jongste dochter heeft geen vriend en iedereen vraagt altijd of het nog niet gelukt is en of ze alleen wil blijven, misschien.
En als ze dan wel een of andere mooie man aan de haak heeft geslagen, meestal voor even, dan worden dadelijk de andere vragen afgevuurd, of er al een datum is, en hoeveel kinderen, jongens of meisjes. Maar het wordt telkens niets, want in feite, tja
Ze vlijt zich languit op haar bed, staart naar het plafond, vindt alles goed zoals het is en de vragen vervelend.
Ze plooit een arm onder haar hoofd, laat haar gezicht tegen haar bovenarm rusten en sluit de ogen.
Ze droomt over een groot kasteel, met een warme woonkamer, een open haard, een bibliotheek en af en toe een vriend, meer heeft ze immers niet nodig, behalve toch ook een tuin, en een aanpalend bos, en misschien een kat en twee grote, zwarte honden om haar en het kasteel te bewaken.
Ze staat op.
De kamer is niet groot, het plafond iets te laag, ze zou de kleuren en zelfs de meubels eens kunnen veranderen.
Ze heeft een groot raam met een mooi uitzicht, de tuin, de straat, de gracht, het wandelpad naar het bos en naar het grote domein van de directeur van de pantoffelfabriek. De zoon groette haar nog, vorige donderdag, of was het woensdag? Ja, het plafond is net iets te laag, misschien een andere kleur, zodat het optisch, optisch, ze weet het niet meer, neemt haar computer en zoekt op hoe dat zit met de kleuren en hun effect op de kamer.
Echt Eliane, steeds weer anders… Laat maar komen
dag Paul, dank je, ja, er volgt nog wel wat. Groeten!