en ik zou je willen aanraken, maar dat mag niet. Niks mag. Ik wil je handen vastnemen, ik wil een arm, een schouder aanraken, maar het kan niet. Ik mag zelfs niet reiken. Ik sta ver van je, maar het moet nog verder. Nog verder. Nog! Nog twee meter verder! Achter die dikke vette zwarte lijn moet ik blijven. Ik moet. Het moet. Ik mag niet. We mogen niet, niemand mag. We moeten, allemaal, we doen niet anders, we blijven achter die dikke vette zwarte lijnen.