HET KLEINSTE FLESKE GELUK

Dat van het kleinste fleske geluk? Mark wist niet of hij dat ooit zou begrijpen.
Tijdens de viering en de uitdeling in de grote evenementenhal kreeg hij de kleinste fles. Hij draaide het ding om en om en begon bijna te huilen. Dit kon toch niet? Hij ging naar huis, zocht een plaats voor zijn mini-exemplaar en vroeg zich dagelijks af waarom hij geen grotere fles had gekregen.
Enkele weken later kon hij zich niet langer beheersen. Hij wou ruiken. ‘Hoe ruikt geluk?’ was hij zich gaandeweg beginnen afvragen.  De stop zat goed dicht. Zijn hand had onvoldoende grip en Mark moest een handdoek gebruiken. ‘Klik’, zei de stop. De fles was open. Mark bracht de opening tot bij zijn neus maar rook niks.  Hij had het zich vaak afgevraagd, of geluk naar bloemen zou ruiken, of naar de lente, of naar een vochtige herfst. Maar geluk, zijn geluk, rook naar niks. Hij zette de fles weer op tafel en zuchtte. Nam haar nog eens vast,  zette haar terug, wou de stop nemen om die er weer op te draaien en toen gebeurde het. Hij bleef met zijn pink aan de tafelrand hangen, zijn hand reageerde spastisch en stootte de fles om. Mark vloekte, zette de fles vliegensvlug recht en schroefde de stop vast. Twee derde. Twee derde van zijn geluk lag op de tafel, drong in het tafelkleed, was niet te redden.
Vanaf toen begon het jammeren.
Eerst zachtjes, maar met de weken en maanden werd het erger. Iedereen moest en zou het horen, van zijn kleinste fles geluk. Van de teleurstelling van de niet-geur, van het omstoten. Van de belachelijk inhoud van de fles.
‘Kijk maar hoe klein ze is,’ zei Mark telkens en haalde de fles dan uit zijn binnenzak, want hij zeulde haar altijd en overal mee. Zijn ouders, broer en zus, al zijn vrienden moesten het, iedere keer ze hem zagen, horen. Het ganse verhaal. Het gejammer. Zou dit eeuwig blijven duren?
Nee.
Want een van zijn vrienden was het beu.
‘Ik snap je frustratie,’ zei die. ‘Je moet je herpakken.’
‘Maar het is niet rechtvaardig,’ jammerde Mark.
‘Het gaat niet om rechtvaardigheid, het gaat om wat jij ermee doet, met jouw fles.’
‘Onzin,’ zei Mark.
‘Nee, helemaal niet. Geef eens?’
Mark nam de fles aarzelend uit zijn binnenzak.
De vriend deed de fles open en hield haar ondersteboven. Het laatste restje geluk liep op het voetpad en met een grote boog gooide hij de lege fles in het kanaal.
‘Néé,’ gilde Mark.
‘Toch wel. En hou nu op met zeuren. Zoek een grote fles, een van anderhalve of twee of zelfs vijf liter, en vul haar met water. Je mag er als je wilt wat kleurstof aan toevoegen zodat je de inhoud altijd duidelijk kunt zien.’
Mark huilde. Was zijn geluk nu echt helemaal verspild?
‘Hou op met jammeren en zoek een grote fles,’ zei zijn vriend, en wandelde voort. Mark huilde nog steeds, daar bij het kanaal, en staarde naar de plek waar de fles was gezonken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.