Ik lees geen kranten meer. ’s Avonds ben ik te moe en na het eten val ik dadelijk in slaap. Mijn huis is een mesthoop, ik moet kuisen maar ik heb geen energie. Morgen moet ik al om vier uur vertrekken, er is te veel werk en ze vonden nog altijd geen derde reachtruckchauffeur. Vier uur is erg vroeg, ik kan het niet, ik zal nooit een vroege vogel worden.