GOED – het is goed het gaat allemaal zeer goed.
De zwaluwen broeden, en verder zingen ze dat het een lieve lust is. Straks vliegen ze weer ijverig af en aan.
P is met spoed geopereerd aan zijn rechterschouder. Hij stuurt ons werk door.
K loopt rond in zwart met oranje.
B staat er vanochtend alleen voor.
Ik hou van de donderdagochtenden.
L vertrok net toen ik aankwam. Felgeelfelgroen in haar ambu-outfit.
M moet wachten tot september voor de pijnkliniek.
De wereld. De wereld, de wereld. Ik zal die song van Pete Seeger eens op mijn blog zwieren.
Ik ga door met uitpakken. Doos uit, doos in, sorteren, planning bekijken, planning maken, factureren.
(Microsoft zette een winterlandschap op een vd werkpc’s. Microsoft! Dat is dom! Het is hier dertig graden!)
Tag: vogels
03042025 – LANGS OPDORP
Ik volg de zon. Oost, Zuid, West. Mét hoofdletters. Zon.
Elke druppel alcohol heeft een wrange nasmaak. Stel er u niks bij voor; ik drink vooral water, thee, koffie, water, thee, koffie.
Vandaag nog dit en dat en morgen ook dit en dat en overmorgen – daar hoort geen punt achter. Nog niet.
Het lezen maar ook het schrijven, zelfs dit, haalt mijn hartslag naar beneden. Dé remedie. De reddingsboei.
‘Langs Opdorp,’ zei ik, want ik had ergens gelezen dat daar grote (enorme!) paardenbloemenpluizen stonden.
Ik had ze veel groter verwacht.
Een mens mag niks verwachten.
Ik greep dan maar naar H.’s prentenboek. Vogels. Ik herhaal hier een van mijn screensaverbestanden. Van H. dus.
Het internet valt uit bij sterke Noordoostenwind. Dat zal ik zo moeten zeggen aan de provider. En iets met de paal en een coaxkabel.

SPREKEND
de kraaien roepen dat ze niet content zijn
of net wel?
ik kan het niet weten
ik kijk en ik luister
ze flapperen en kakelen van hier naar ginder.
de hond houdt de omgeving goed in de gaten
hij bewaakt me
of ligt hij te wachten op een van zijn kameraden?
ik kan het niet weten.
hij draait zijn kop en kijkt nu vooral naar het baantje.
en daar zijn de mussen
zij zijn content
zij zijn vrolijk
of is het hun alledaagsheid?
is hun gezang de normale gang van zaken?
het is zondagochtend
de mensen slapen, ze rusten, berusten
of dromen van betere, andere oorden
ik kan het niet weten
misschien dromen zij slechts van het mindere moeten?
LICHT OP LICHT
Het is het licht dat door het zwarte schijnt en beelden schénkt van zon en wolken, luchten, einders en van werelden met nog meer licht en vogels en van ménsen, van groener gras en hopen hoop, à volonté.
Het is de donkerte die hier kan zeggen dat er licht en kleur in de nachten is, tot in de voor het blote oog onzichtbare oneindigheid,
tot diep, veel dieper nog in het heelal en in de mens, in iedereen.
Zo werd dit dan een ode aan het vele licht van onze zon en nog meer zonnen, hun schijnen op krioelende en o zo minuscule levens,
tot dat oneindige, het onbereikbare, tot in het diepste, verste en tot overal.
OF ZEVENTIEN
Ze zei dat ze best wist dat een plus een twee is, en drie plus vier zeven, maar dat een plus een ook vijf kan zijn, en drie plus vier dertien.
Ik antwoordde dat ik vond dat ze de laatste tijd weer wat zweefde, vroeg of ze zich goed voelde in die hogere sferen en dat ze zo veel mogelijk moest oefenen om met de voeten op de grond te blijven.
‘Ha, ha, ik wandel liefst ondersteboven en dan wil ik graag op iedere huisdeur een vogel en een bloem tekenen, en de bomen vol vlinders hangen. Alle deuren en àlle bomen,’ zei ze.
‘Dat lukt niet, dat weet je,’ antwoordde ik.
‘Met veel plezier,’ zei ze.
Ik zuchtte.
‘Ik weet het,’ lachte ze. ‘Een plus een is twee en zo voort, en ik ken nog steeds het alfabet, moeiteloos en zelfs achterstevoren, en de vermenigvuldigingstafel van elf is mijn favoriet, elf, tweeëntwintig, drieëndertig, vierenveertig, die tafel van elf is een coole, zei ze, en die van negen en twaalf vind ik ook tof, maar nu wil ik met mijn potloden en mijn verf, en bloemen en vogels en vlinders, en nu ben ik weg,’ zei ze.
Haar stapschoenen stonden in de woonkamer, lekker warm, en haar beste sokken lagen klaar.
(De titels zijn hier altijd van de auteur. ‘Of negenendertig’ zou bij deze ook mogelijk geweest zijn. Of, heel eenvoudig, ‘De tafel van elf’.)
DE VLINDERS VAN NABOKOV, MISSCHIEN
Ze borduurde alleen maar vlinders. Alle kleuren. Hoe bonter, hoe liever. Grote steken, kleine steken, iedere vrije vierkante centimeter opgevuld met vlinders. Spreien, dekens, kussens, handdoeken, truien, lopers, zelfs een collectie wandtapijten, een keer zelfs schoenen.
Een vriendin vroeg haar om, als achtergrond, enkele zonnebloemen te borduren, maar dat wou ze niet. Ze was koppig en bleef uitsluitend vlinders borduren.
Tot de directeur van een grote kleuterschool haar vroeg om een reuzegrote speelmat te versieren. Dat ding moest de ganse vloer van de grote turnzaal bedekken. Er moesten natuurlijk vlinders op staan, zo veel mogelijk. Maar de directeur wou ook borduursels van ballen en hoepels, van rackets, poppen, treintjes en legoblokken, van speelgoedauto’s en schommels. En van boeken.
Ze begon de nieuwe onderwerpen te bestuderen. Keerde rackets, speelgoedstations en legoblokken als het ware binnenstebuiten om alles goed in zich op te nemen. Bij de boeken bleef ze hangen; er was een mooi boek, over een wolk en een rots, dat ze uiteindelijk uit het hoofd leerde, niet alleen woord na woord maar ook prent na prent en kleur na kleur. Na een jaar studiewerk begon ze eindelijk aan de speelmat. Nog twee jaar later was die helemaal klaar.
Wat ze gehoopt had gebeurde; de kinderen waren blij met het borduurwerk, probeerden de vlinders te vangen en te strelen, namen een bal, een pop of een trein vast en speelden dat het een lieve lust was. Ze lieten zich ook opslorpen door de boeken en wentelden zich in die mooie prenten van de wolk en de rots en van alle andere boeken. En als ze er even genoeg van hadden, dan keerden ze terug naar de vlinders, of naar de rackets, of naar de treintjes.
Ze was tevreden. Ze keek naar de speelmat en haar werk, naar de kinderen en hun plezier. Besliste dat, tijdens de mooie dagen, de speelmat buiten moest, en dat ze de betonnen speelplaats volledig moest bedekken.
Ondertussen heeft ze, voor een andere school, nog een tweede, veel grotere speelmat in de maak. Een derde staat op het programma. Daar zal ze ook horizonten, oceanen en zelfs zonnebloemen op borduren. Spreien, dekens, kussens doet ze niet meer. Af en toe nog een paar grote wandtapijten, en die voorziet ze uitsluitend van vlinders. Dat blijft.
EN, EN ZEGT DE ENE
33.
Zegt de ene vogel tegen de andere
of muziek
(laatste van de marathonreeks, hip hip )
DANSEN ZEGT DE ENE
32.
Zegt de ene vogel tegen de andere
misschien moeten de mensen wat vaker dansen, of naar het dansen kijken
(voorlaatste van de marathonreeks)
VLIEGEN ZEGT DE ENE
31.
Zegt de ene vogel tegen de andere
of misschien moeten de mensen leren vliegen, zelf!
(derdelaatste vd marathonreeks)
Foto: Kate Schermerhorn via http://www.gallery51.com/index.php?navigatieid=9&fotograafid=27
OF ZEGT DE ENE
30.
Zegt de ene vogel tegen de andere
of duiken
Foto: Andreas Grusky, Ocean V, 2010
(Via http://publicdelivery.org/tag/andreas-gursky/ )

