CARRILLO

titanium

Het is slechts goud in tranen, gespoeld met zout en zand en met een ongelooflijke overvloed aan zonnestralen.
Het is slechts goud in droge snikken, vermengd met alle kleuren van de wolken – ’s ochtends op een zomerdag – en van de regenbogen – enkel, dubbel, en zoals gezien op alle continenten.

Het is het goud van watervallen – omgevormd tot ijs, op polen, of eens te meer in overvloed in canyons of in landen waar de papegaaien heersen, met hun kleuren, fel, vol leven.

Het is niet anders.
Het is zo goud en zo titanium. Het is een feilloos, ronkend rad, zo soepel als een nieuw metaal, bijna onhoorbaar in de schoonheid van het menselijke kunnen, van het bewijs van krachten in een hoofd; in tekeningen uitgevuld met zwarte inkt, Oost-Indisch, en in grote plannen; werk aan bruggen, aan gebouwen, aan de allernieuwste auto’s, moto’s of aan waterstofreserves.

Het kan niet anders.
Goud in tranen, gloeiend, smeltend, ieder beeld trots overheersend, behandeld door de grote smid, eerder, in de Middeleeuwen, lang vergeten – Niet vergeten, als violen klinkend in geheugens – ongehoord en enkel zichtbaar in dat vele goud en in titanium, stralend, gloeiend, smeltend en zo nieuw als bijna heilig.