“Jef?”
“Ja, Marie?”
“Wat is dat met de jeugd van vandaag?”
“Wat bedoel je, Marie?”
“Waar zijn ze?”
“De kinderen, Marie? Die zijn op school.”
“Nee, dat bedoel ik niet, Jef. ’s Avonds. In het weekend. In hun vrije tijd. Wat doen ze?”
“Dat weet ik niet. Misschien kijken ze televisie?”
“Of misschien maken ze hun huiswerk.”
“Maar straks is het vakantie.”
“Ja, vakantie. Wat doen ze dan?”
“Ik weet het niet. Misschien gaan ze op reis? Of op kamp met de scouts?”
“Ja. En wat is dat met hun computers?”
“Wat, met hun computers, Marie?”
“Ze hebben allemaal een computer.”
“Ja. En een telefoon.”
“Ja. Een GSM.”
“Ja. In Nederland zeggen ze ‘een mobieltje,’ denk ik.”
“Ha ha. Maar wat doen ze ermee?”
“Ik weet het niet, Marie. Ik ken er niks van. Ook niet van computers.”
“Ik ook niet. In onze tijd…”
“Ja, in onze tijd, maar onze tijd is voorbij.”
“Jaha. En hier staan we.”
“Ja. We praten over de jeugd.”
“Over wat ze doen.
“Studeren. Of niet. Computers. Feestjes. Brommers. Vrienden. Of spelletjes!”
“Ja, spelletjes, ook. Op hun telefoons.”
“Of op de televisie. Of op andere machientjes.”
“Hoe laat is het, Jef?”
“Bijna vijf uur.”
“Goed. Liliane komt dadelijk.”
“Ha, dan zie ik haar ook nog eens.”
“Ja. En mijn achterkleindochter.”
“Ja.”
Tag: marie
GRIJS
Jef droeg altijd een oude stofjas en Nikki vroeg waarom en hij zei “dat dat makkelijk is, dan moet ik nooit kiezen en daarbij,” zei hij, “ik hoef me niet op te tutten en me anders voor te doen dan ik ben, ik ben een eenvoudig man en ik rook mijn pijp en ik luister naar de paarden en naar mijn muziek en af en toe naar de buren, meer moet dat niet zijn, een korte grijze stofjas is voldoende, die stofjas is een waarheid, die verhult niks.”
Nikki polste eens bij Marie naar wat zij over Jef dacht. Maar Marie schoot in een lach en bleef een volle minuut lachen en dan zweeg ze een volgende minuut en daarna zei ze dat Jef vooral naar de paarden luisterde en dat hij soms lang naar de lucht kon staan staren, ook als die grijs was en dat hij dan telkens in herhaling viel en zei dat de zon daar achter verstopt zat en dat de wolken dienden om ons naar de zon te laten verlangen, zodat we duizend keer meer zouden genieten van haar stralen telkens ze er was, maar dat de meeste mensen daar niet eens bij stilstonden.
“In een vorig leven was hij toch melkboer?” vroeg Nikki.
“Jaha,” ademde Marie.
Nikki dacht dat Marie nog wat zou vertellen maar ze zei weer niks meer en keek, op haar beurt en zoals ze het van Jef had gezien, naar de lucht.
dd. 29/6/2013