Maar ik zou naar binnen moeten gaan, naar boven, naar mijn kamer, en ik zou moeten schrijven en schrijven maar ik doe het niet. Ik blijf hier zitten en kijk naar het licht van de zon in de bomen. Het is een mooi schouwspel, als een golvende zee met veranderende tinten, groen in de plaats van blauw, en ze bewegen en rollen, het is een van de mooiere beelden en ik blijf waar ik ben, beter nog, ik sta op, recht mijn rug en stap een paar meter vooruit, kijk indringend naar dat schitterende schouwspel van dit licht en de duizenden soorten groen, ruisend, bewegend.