en hij is zuiver, zuiver
als het reinste water, als het puurste goud. Als
paardenbloemenpluizen –
wist je dat die tot in China vliegen? Als ze willen?
Als
jonge vogels – weet je hoe ze zijn? Zag je hen al bezig?
Als
Eenvoud, onbezoedeld. En als de sterren van
Whitman –
wist je dat hij nog veel verder kon vliegen? Kijken?
Tot voorbij alle grenzen?
Alsof ze niet eens
getekend werden, nooit, door niemand?
Witter dan wit, is hij. Bijna onzichtbaar, zo fragiel
lijkend en
eeuwen en eeuwigheid, alles. Altijd, o zo overal en
nergens.