SOMS

(Soms / Stilaan / Af en toe komt de adem terug)

– Dat, dat, dat, dat en dat heb ik nog niet gelezen.

– Artsen zonder grenzen.
– Brussel. London.
– Huh?
– Die man drinkt te veel.

(Zeg maar dat drieëndertig tuinkabouters de boel bewaken en dat ze vanochtend heel vroeg aan de alarmbel trokken; een grote vrachtwagen blokkeerde de poort, zegden ze, maar het duurde maar een minuut of twee en behalve de drieëndertig tuinkabouters die van elkaars alarm-lawaai opschrokken, heeft niemand iets gemerkt.
Zeg maar dat evenveel witte borderbloemen hun plaats nog niet vonden.
Zeg maar dat alles, alles altijd sterker is dan niets.
Zeg maar dat zomers en lentes en zonnen en manen wel degelijk de overhand houden, hoe zou het anders kunnen?
Zeg maar dat de nieuwe Jasmijn en de witte en rode rozen, dat zij in volle bloei staan.
See you!)

CAKE & FRUITSLA

– Cake & fruitsla.
– Vulkanen.
– Sunday Morning.
– Met handen en voeten.
– Stories, stories, stories.

MOETEN

– Flaubert. Simenon.
– Verraad.
– Ik moet een nieuwe bril. Hij moet een nieuwe bril. Wij moeten.
– Testritten, testritten, testritten.
– Kleerkasten, kleerkasten, kleerkasten.

WAAR?

– “Oogopslag. Die oogopslag.” (AW)
– Lezen, lezen, lezen. Samenvatten, samenvatten, samenvatten.
– Werken, werken, werken.
– Mijn lijf doet zeer. Helemaal.
– Mijn hoofd doet zeer. De voorkant. De achterkant never.

DE HERHALINGEN

– We moeten terug naar Brussel.
– Regen, regen, regen.
– Trump, Trump, Trump.
– Hongersnood, hongersnood, hongersnood.
– “Ik wil die job graag voor u doen.”

TELEFOON

– Telefoon, telefoon, telefoon.
– Vergadering, vergadering, vergadering.
– Tussendoor: We zetten de keuken op de wachtlijst.
– Ze zijn dertigduizend euro kwijt. Die euro’s zwalpen ergens, en de eigenaars weten niet waar.
– Ik zal de rolluiken in mijn planning moeten steken.

Afb.: Hopper, Office at Night, via theatlantic.com

Bewaren

SUSKE

– Vanmorgen: de ochtendnevel!
– ‘Suske.’ Suske?
– ‘Ik heb een lekke band,’ zegden ze. Alledrie.
– ‘Maar mevrouw, ik wil dat Amerikaanse model,’ zei hij. Hij klonk oprecht teleurgesteld.
– Boekhouding, boekhouding, boekhouding.

RABARBER

– Vanochtend had ik geen bureaulamp nodig.
– Tiens, dat heb ik niet gelezen.
– Ik ben geen dertig meer.
– Vanochtend: er worden vandaag vijf moto’s geleverd. Waar moeten we ze weeral zetten?
– Is het rabarber?