PLAT

Ik heb de wereld binnenstebuiten gekeerd.
De kolkende lavastromen, de ongekende gedrochten van de diepste oceanen.

Het was me wat.

Ondertussen:
De vingers van mijn rechterhand zijn beduidend sterker dan die van mijn linker.
Ik heb zowel Trump als Poetin tussen mijn rechterduim en rechterwijsvinger platgedrukt. Plàt.

Trump was easy. Het was a piece of cake om zijn beveiligingsmensen te omzeilen, en daar zat hij dan, in een minuscuul zwembroekje.
Ik grabbelde hem vast. Eén, twee, drie — Plàt.

Poetin was wat moeilijker. Zijn beveiligingsmensen heb ik omgekocht met vijf dozijn flessen Londerzeelse 1840Gin.
Ze dachten dat zo’n “stom Londerzeels ginneke” hen niet klein zou krijgen, maar niets was minder waar. De 1840Gin kreeg hen à la minute plat, en daar lagen ze dan: tientallen sterke mannen en vrouwen, volledig strijk.

Poetin zelf had me zien aankomen en stond klaar met een van zijn revolvers. Maar, ocharme, de ouder wordende man had zijn lichaam niet onder controle, beefde gelijk zot. Zijn schot miste me — en niet een klein beetje.
Eén, twee, drie — Plàt.

De VS en Rusland mag ik niet meer binnen. Ik sta op verschillende wanted-lijsten.
I couldn’t care less.

Netanjahu zal volgen.
Anderen zullen volgen.

De wereld werd binnenstebuiten gekeerd en ik neem eerst even rust.

Hier zit ik, op mijn hoge veranda, en overschouw.
Ik wrijf mijn rechterduim en rechterwijsvinger nog eens over elkaar, test hun spieren, vergelijk met mijn linker.
Het is een aangename namiddag. De eerste zwaluw dient zich aan.

28032025 HET LANGE, LANGE RIJZEN


1 boek in De Slegte. Helft vd nieuwprijs. Normaal gezien kies ik ‘nieuw’, maar nu toch weer niet.

Playlist ten einde. Spotify kiest voor mij. ‘Because’, zingt iemand.

De zon van gisteren is verloren gelopen. Ik heb het koud.

Gisteren, eergisteren, vandaag, morgen, volgende week, het ganse jaar – zij het druppelsgewijs: tijd, ik maak wat tijd, ik kneed. De langste rijs-tijd, ooit.

Kundera. En, bij uitbreiding, terug naar Kafka. Zelfs terug naar Gombrowicz. Broch? Dat weet ik nog niet. Ik zal in ieder geval beginnen met het herbeginnen van mijn volledige Kundera-bibliotheek. Maar Handke lokt ook. En stukken Cervantes (herh) en Diderot? En daarbuiten: Joyce. Dubliners (herh ×5), maar mss moet ik Ulysses terug vastnemen, ook.
En, en…

Ondertussen:
Grijze ochtend. Grijze dag.

Deed ik hier toch aan namedropping. Ik vloek en ik glimlach en laat de namen staan.

Gisteren:
Zonnige ochtend, zonnige dag. De jonge boomsnoeiers en het ‘Ik heb meer licht’.
Op een ander front: een paar zuchten van opluchting.
Op het werkfront: oude mannen met seksistische complimenten. Ze zijn nochtans beschaafde mens. Kunnen de wereld en de mensen veranderen? Ooit, misschien. ‘Het komt door de lente,’ zei L.

26032025 LANGZAAM MAAR

Ik mag – of moet – weer een foto van een klant online zetten. Hij is een aangename jonge man. Gelukkig is iedereen hier aangenaam. De meeste klanten zijn mannen, maar helaas niet allemaal jong en knap, ha. Soms zijn ze oud en heum vertellen ze flauwe grappen.

Achter het kerkhof, het bos en het afvalpark loopt een smal wandelpad. ’s Ochtends is het daar doodstil (hm), héél rustig. Op de parking stond een donkere mobilhome. Zelfs met onze grote Max aan de leiband voelde ik me niet veilig. Ik kwam snel terug naar huis. Ik maak straks wel een wandeling – eerst nog die vorige tekst, dan de nachtbox.

Dit is een oefening: dagelijks tikken op het toetsenbord. Het is een nieuw en zacht toetsenbord.

Het kan nog korter.

BLAUWIG

Ik vroeg het aan meneer Macharis.
Die zei dat Kalmte me zou Redden.
‘Jaja,’ zei ik en ik haalde anderhalve keer diep adem.
Even later viel mijn blik op de bomen en daar was het weer; die bijzondere kleur van het avondlicht.
Zo belandde ik bij Whitman en zijn Astronomer-gedicht.
Op slag was de Walt daar zelf om te benadrukken dat het geen gedicht is.
‘Het is een gedachte,’ zei hij. ‘Het zijn gewoon maar wat zinnen, een eenvoudige txt,’ zei hij.
Ik vond het tof dat hij het over ‘een txt’ had, net zoals ik vaak durf. Want afkorten, daar is lef voor nodig.
‘Het is als de olifant in de porseleinkast,’ zei ik.
Hij vond me grappig.
Ik vond hém grappig.
‘Gedicht gedacht,’ zei ik.
We lagen strijk.
‘Ik moet voortmaken,’ zei hij even later.
Ik richtte mijn blik dan maar weer op dat licht.

(Meneer Macharis was ondertussen vertrokken. Die komt en die gaat.)

23032025 HELDER OF TOCH BIJNA

Gisteren: een jonge, slanke duif. Een uur later: een oude, vette duif.
Vanochtend: een grote helikopter, ginds, ver voorbij de boerderij. Cirkelend, cirkelend. De A12, waarschijnlijk.
Vanochtend: ik laat onze Max niet loslopen. Dat is immers verboden. Ik laat hem wel wat werken en oefenen. Links, rechts, wachten, blijven, oké, ga maar, kom hier.
Vanochtend: een groene fleece, met kap.
Gisteren: Milan Kundera. Janáček. Ellipsen. Eenvoud.
Vanochtend: Zal ik blijven hangen bij Janáček, of niet? Piano nu: On an Overgrown Path. De titel!
Vanochtend: het keukenrolluik van HH was nog niet op. Hoe lang slapen mensen op zondag? K. was al wakker. Klaarwakker en helder.
‘Ik ga fietsen, en dan nog eens fietsen,’ zei ze.
Ik moest wat opzoeken. Kundera, Het boek van de lach en de vergetelheid. Wat wou ik weer opzoeken? Maar ik moet werken. Ik hou mijn notitie nog even opzij.
Vanochtend: David Van Reybrouck op de radio. Hij is denker. Hij heeft het over Trump en Poetin, over Oekraïne. Twee of drie kleine opsommingen, maar geen Netanyahu, geen Gaza. Elders mogelijk wel — ik denk aan H., de woede, de pijn.
De radio zei vanochtend: ‘Op de eerste zondag van de lente.’ Iets over beachcleaning. Een opruimclub. Iedereen naar buiten om te ruimen en te kuisen. Restanten van de toeristen van de voorbije weken en maanden. Hup hup naar buiten, het is droog en het is niet koud.