Ik heb het boek over fotografie terug in mijn buurt gelegd. Niet DEZE buurt, waar ik nu ben, wel mijn andere buurt, waar ik vanavond even ben.
(de zin trekt op niks maar ik ga me niks aantrekken van op niks trekkende zinnen)
(echo, echo)
Het boek gaat over foto’s en vooral over fotografie – de titel, nietwaar – en plots sprong dat boek (letterlijk) weer in mijn hoofd en moest en zou ik het klaarleggen. Vlakbij. Boven Hopper, that is.
Eerst Kundera voort – Kundera die ook (weer) al zo lang bleef sluimeren en waar ik me nu, mits een onderbreking van een paar weken (onderbrekingen maken dagelijks, uurlijks, minutenlijks deel uit van mijn leven) toch weer al drie avonden op rij (i.e. twintig minuten) heb kunnen/willen/mogen in lezen. Hop hop met Tomas, hop hop met Tereza en met de korte hoofdstukjes van Kundera. Ik hou van die korte stukjes, altijd van gehouden, ook bij vorige lezingen. Kundera zegt daardoor tegen de lezer ‘Denk even na en het hoeft niet te lang te duren,’ maar dat is slecht een van de verschillende mogelijke interpretaties.
Ik vermeldde onbewust/bewust ook Hopper. Hopper van de stillevende mensen. Hopper van de eigenzinnige kleuren. Hopper van het licht. Hopper straalt de mens en de wereld van de mens uit. Zijn werken, bedoel ik. Ook hij zegt ‘Denk even na,’ maar natuurlijk zijn Hopper en Kundera niet de enige kunstenaars die dat zeggen. Hopper is sinds een paar jaar een van de vele hypes. Niks aan te doen.
Genoeg namen gedropt. Twee. Nee, drie, in feite. Vier, want ik wil het er licht van Turner bovenop gooien. De kracht en het licht.
Dat volstaat.
Ik moet me inhouden.
Want ik wil helemaal geen namen droppen. Enkele, heel af en toe.
Ik moet/wil nu de nachtbox leegmaken en ik moet/wil wérken. Er ontbreekt een en ander in die nachtbox, dat zag ik in de bevestigingen van levering. De mail naar de leverancier is al weg, natuurlijk. En tegen de klanten zal ik het mogen uitleggen. Maar het zijn vriendelijke mensen en het zal, in geen van deze drie gevallen, een dramavertoon worden, zelfs niet als ik hen vertel dat ze een paar weken moeten wachten.
Na Kundera en Hopper en voordat ik aan Over Fotografie begin (of tussendoor) zal ik over de witte vloeistof in onze hersenen lezen. Ik zal wel moeten. Zal ik er uit leren?
En wat ik hier ook nog wou vertellen – uitstelgedrag, ik beken – is, dat ik vind dat de beste momenten van de voorbije weken me op een bankje in Vilvoorde overvielen. Telkens. Ik, zeker volle tien minuten op een bankje, drie keer, in de zon, met een warme chocolademelk. Voor een van die drie gelegenheden moest ik wat meer moeite doen, want de automaat aan de uitgang deed het niet maar ik besefte (gelukkig!) dat er ook een cafetaria was. Lang leve de cafetaria’s en de vriendelijke diensters. De meneer voor mij was veel minder vriendelijk, maar dat is een ander verhaal. Ik liep naar buiten, met mijn warme chocolademelk in een kartonnen wegwerpbeker, naar dat bankje. In de zon.
Maand: september 2024
VAALGROEN
[2 cm groot. Kaal. Vaalgroen met drie ogen. Geen neus, geen oren, enkel minuscule gaten, afgeschermd door bijzonder fijndraderig weefwerk. Drie handen, twee benen. Hoge en iele stem.]
‘Ik dacht echt dat het hier op jullie aarde beter zou zijn dan op onze planeet. Maar ik heb me vergist. Het is hier net hetzelfde. Gelijkaardig gedrag. Arm, rijk, machtig, onderdanig, extreem links zowel als rechts, ego’s, racisten, dieven, agressievelingen, pedofielen, moordenaars, manipulatoren, bedreigers en bedriegers. En iedereen is erg gefocust op rijkdom en geld en is té nieuwsgezind en té kooplustig. Jullie kunnen het je, net zoals wij, niet laten om heel de tijd alle soorten bezittingen en goederen te verzamelen. Auto’s, huizen, en alles wat erbij en in hoort. Zelfs kinderspeelgoed; het kan nooit genoeg zijn.
En op aarde bots ik ook dagelijks op jullie Kafka. Overal. Jullie zijn meesters in allerlei administratieve rompslomp. Meer bedreven dan wij. Stapels en stapels documenten en paperassen, in te vullen formulieren, online of niet. Wat dat betreft zijn jullie de recordhouders van het heelal.
Gisteren besloot ik om naar een volgende planeet te reizen. Ik was al begonnen aan het onderhoud van mijn Eenzitter maar vanochtend kwam er onverwacht bezoek van een van mijn oude familieleden. Hij deed recent drie andere planeten aan, en het is overal hetzelfde. Identieke chaos en rompslomp. Machtsmisbruik. Banditisme. Terrorisme. Onenigheden, ruzies, discussies op alle niveaus. Iedereen wil altijd en overal gelijk hebben. Op twee van de drie andere planeten waren er stakingen van zowel het openbaar vervoer als van de vuilnisophalers. En erger, verschillende oorlogen, verschillende klimaatrampen. Net zoals hier. Ik vermoed dan ook dat de zoektocht naar een andere en betere planeet niet makkelijk zal zijn. Ik bereid me voor op een lange wachttijd en op een slopende reis. Misschien wordt het een eeuwige en zinloze zoektocht naar ander en beter.’