EN DAN LINKS

‘We gaan naar het water,’ zei hij.
‘Ik hoop dat de zon schijnt’, zei zij.
‘Ik denk het wel,’ zei hij.
‘Voor de glinsters op het water, en voor de bootjes en de vissers,’ zei zij.
‘Maar het uitzicht zal niet meer hetzelfde zijn,’ zei hij.
‘Nee, want die vakantiewoningen,’ zei zij.
‘En de hoogbouw,’ zei hij.
‘Maar we kunnen naar het brugje wandelen, zo de haven in, voorbij het havencafé, het tweede brugje over en dan links, tot op het einde?’ vroeg zij.
‘Ja, ik denk dat dat beter is. Onbelemmerd uitzicht,’ zei hij.
‘Ja, op het glinsterende water,’ zei zij.

756

Beste mijnheer Macharis,
Praten kan ik niet.
Schrijven ook niet.
Vanochtend verplicht ik mezelf om u een korte update te sturen.
Ik deed 1001 dingen. Er resten nog 758 andere dingen. Het einde is in zicht.
Mijn keel zat dicht. Mijn lijf, hoofd en hart zaten dicht. Op sommige dagen kon ik zelfs niet meer luisteren en kijken. Zo ingekapseld in een grote blok beton, zat ik – misschien.
(Hier neem ik even een pauze. Dit schrijven vraagt moeite, vermoeit me)
Ondertussen: 757.
Ook het ademen ging en gaat moeilijk. Soms amper.
Maar goed.
Deze kleine update is me gelukt. Hij zat al twee dagen in mijn hoofd.
En ondertussen zag ik het bijzondere blauwe van de nacht, boven en voorbij de bomen.
1 keer zag ik zelfs de glinsteringen – de zon op het jonge bladergestel.
Ik zag (en was me bewust van) de minder grote stapels.
En de kleuren. Ik kreeg en zag de kleuren. Ik kon mijn ogen er laten aan wennen. Meteen wist ik: Het kan nog.
Nu is het tijd voor een kop koffie. Daarna zal ik 757 doen. Ik tel af, ziet u.
Veel groeten,
Eliane.