CARVER 2 – MET DE GROTE GLAZEN ASBAK

Hij zei Misschien moeten we het anders aanpakken. Eens gaan fietsen. Naar
Zij zei Ben je gek? Jij, fietsen? Jij en ik samen fietsen? Jij houdt dat niet eens een kilometer vol.
Hij zei Naar Bornem of misschien naar Temse. Binnendoor. Stoppen in Sint-Amands en langs de Schelde wandelen. Je kunt daar een bruiswater met pompel
Zij lachte Je meent het.
Hij zei niks.
Zij herhaalde Je meent het. Denk je nu echt dat ik na gisteren
Hij kuchte.
Zij zei Ik ga niet mee. En ik kom je niet redden als je tegen de vlakte
Hij zei Je moet mee. We kunnen praten.
Zij lachte nog luider Praten? Denk je dat ik nog met jou wil praten? En over wat? Over ons? Tssss. Wij zijn verzopen. Letterlijk. Wij liggen in de modderpoel. Jij spartelt nog wat omdat je het nog niet doorhebt.
Hij slikte Maar
Zij zei Je moet niks zeggen. Ik ben het zat. Spuugzat. Ik pak vandaag mijn valiezen. Ze komen me halen
Hij vroeg Wie?
Zij zei Om elf uur. Het zijn jouw zaken niet.
Hij vroeg Wie?
Zij zei Hou je mond.
Hij gooide.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.