EEN GLIMP OF

terwijl. het grage. zien. niet meer of. niet. minder is. dan. een. lichtstraal. op een blad. of het rode avondlicht. op de bomen. van het bos van. Poe.
terwijl. het grage zien. eenvoudig is. zoals de glinsterende Oosterschelde. of zoals. het wiegen. van de weidemargrieten. op het ritme. van de zachtste wind.

zoals het grage zien. niet. meer of niet minder. is. dan het zwaluwpaar. dat de. jongen. leert vliegen. en het kwetteren van plezier. tijdens hun. vluchten.
of dan de hond. die zich gelukzalig. heen en weer kronkelt in de zon. en. dan plots rechtstaat. en de schaduw zoekt of. loom. naar zijn drinkbak. wandelt.

het kan ook. een hand. in een. hand zijn of. een opgeslagen. blik – de blauwe. of groene of. bruine. ogen. met in zich. de schakeringen van al, van het al.
of het zien. van de schittering van het. zonlicht. dat die ogen. even. verblindt. of. de hand. die zich lostrekt. en. een seconde. of een. uur of vele. dagen later. plots. terug is, en. zacht.

terwijl het grage. zien. niet meer. of niet. minder is dan. hier en daar. een glimp. op een. lach. of. een traan. of op een hand. op een. schouder, even nog. even.
zo kijkt hij. en zucht hij. onhoorbaar. en voelt hij. diep. binnenin. tot. helemaal. in. zijn. keel.
het grage zien. niet meer of. niet. minder. de hand. en. de. lach en. de. traan en. het leven. of de. stilte. het al. in het al. tot dieper. dan. diep. binnenin.

ZEVENENTWINTIG ZESENDERTIG

Ze kon niet slapen.
‘Ik moet en ik zal, het is morgen vroeg dag,’ dacht ze.
De ademhalingsoefeningen werkten niet. Ze bleef klaarwakker, vervloekte de nazinderende adrenaline. Misschien moest ze tellen?
‘Een, twee, een, twee, een, twee,’ maar ook dat hielp niks.
‘Ik moet. Ik heb mijn nachtrust nodig. Vermenigvuldigen, misschien? Moeilijker dan die van twee of van drie? Zodat ik me moet focussen? Die van zeven? Focus? Zeven, veertien, eenentwintig, achtentwintig, vijfendertig, tweeënveertig, negenenveertig, zesenvijftig, pfff. Die van acht dan maar? Acht, zestien, vierentwintig, tweeëndertig, veertig, achtenveertig, zesenvijftig, vierenzestig, tweeënzeventig. Of nee, die van negen dan maar, met eenentachtig en de verspringende cijfers, zevenentwintig, zesendertig, vierenvijftig, drieënzestig en twee plus zeven ‘

De volgende ochtend werd ze nog vroeger dan anders uit haar bed gehaald.
‘Ik wil eerst een kop koffie en een douche, maar dan kom ik,’ zei ze.
Even later startte ze de auto en dacht ze aan de vermenigvuldigingen.
‘Huh huh de tafels hebben geholpen,’ wist ze.
Het was niet ver. Alle parkeerplaatsen waren nog leeg.
Ze belde het nummer, een paar minuten later liet iemand haar binnen.
‘U mag hier wachten, mevrouw.’
Ze wachtte. Lang, langer.
‘Drie grote ficussen, amai. En hun potgrond ziet er nat uit, te nat misschien?’ dacht ze. Die andere plant kende ze niet. Ze nam een folder uit het rek en probeerde te lezen maar de letters en foto’s dansten. Ze hield de folder vast en ijsbeerde.
‘Het is hier fris, maar het is nog vroeg,’ zei ze.
Ook de stoelen voelden koud. Ze ging toch maar zitten, hield haar rug recht, zette de voeten netjes naast elkaar.
‘U wordt gefilmd,’ wist ze.
Het duurde echt te lang.
‘Vier, zes, acht, twaalf, zestien,’ ze telde de vloertegels in groepjes van vier, nog eens, begon opnieuw maar dan anders, helemaal links, en ze lette er op dat de volgende groep van vier tegels begon onder haar voeten. Vandaar naar rechts. Enkel volledige tegels mochten geteld worden.
‘Vier, zes, acht, twaalf, zestien, twintig, vierentwintig, achtentwintig, tweeëndertig’
Het licht achter de balie floepte aan.
‘Volgende keer doe ik de tafel van twaalf. Of die van dertien? Of veertien? Of van honderddrieëndertig?’ dacht ze nog.

ZWARE REGENBOGEN

Vroeger kon ze dat. Ze kon een ganse regenboog op haar hand dragen. Helemaal.

HELEMAAL, zei ze.

Regenbogen waren toen nog heel luchtig.

JA ERG LUCHTIG, zuchtte ze.

Maar nu? Nu hangt er altijd ikweetnietwatallemaal aan die regenbogen.

IKWEETNIETWATALLEMAALVANALLESENNOGWAT, zei ze.

Bommen en granaten.

GANSE OORLOGEN

Slogans van multinationals.

JAJA COCA-COLA EN CAMPINA EN BMW ENZOVOORT, riep ze.

In alle kleuren, kleuren feller dan die van de regenbogen.

JAJA EN FLUO. GEEL! ROZE!

Ook cijfers. Statistieken, resultaten, beursnoteringen van miljoenen bedrijven.

INDERDAAD, OVER AL HUN MILJARDEN, zei ze.

En schermen. Er hangen zo veel televisieschermen en tablets aan de regenbogen.

TSSSSS EN TELEFOONS EN FILMPJES

Bovendien: mensen. Ook zij hangen. Hun ego’s bungelen in blinkende kleding.

PFFF DE ALLERGROOTSTE EN ZE KLINGEN EN KLANGEN EN SCHITTEREN VOOR EEUWIG, DENKEN ZE

Het is verleden tijd.
Door al dat gewicht draagt ze niet langer regenbogen. Er is geen beginnen meer aan. Haar spieren…

HET IS DE LEEFTIJD, MISSCHIEN, HAHAHA

Haar spieren konden die enorme gewichten niet aan.

IK BEN SIMSON NIET HE ZEG, zei ze.

Ze legde zich erbij neer. Soms zag ze nog het ontstaan van een regenboog, maar sloot dan direct de ogen.

IK WIL HET NIET MEER ZIEN. IK WIL HET NIET MEER PROBEREN, fluisterde ze.

Tot een ochtend… Aan haar rechterzijde verscheen een mini-exemplaar van een regenboog. Ze was pas wakker en kon niet weerstaan. Ze bleef kijken en ze… yes.

Tot op vandaag staat hij op haar hand. Hij is piepklein en bijna onzichtbaar. Soms legt ze er een zakdoek over, zodat niemand hem zou opmerken.

IK MOET HEM BEWAKEN EN BEWAREN, zegt ze. HET IS DE MIJNE. NIKS OF NIEMAND ZAL ER AANHANGEN. IK ZET HEM ZO VAAK MOGELIJK BUITEN, HIER THUIS, IN MIJN TUIN. HIER OP MIJN HAND EN DAAR BUITEN IN MIJN TUIN, DAAR IS HIJ VEILIG.